Ik zit op mijn gemakje naast
de tent in de schaduw wat te lezen als er een klein (Chinees? Koreaans?)
mevrouwtje met een grote hoed en dito fototoestel (ja, alle clichés op een
hoopje) naar mij komt getrippeld. Of dit plaats 62 is? Ik wijs naar het bordje
op het paaltje, zeg dat wij onze tent op nummer 61 hebben opgesteld en dat het
perceel waar zij op staat inderdaad nummer 62 is. Na een "Thank you"
trippelt ze weer weg.
Even later komt ze opnieuw
aangetrippeld, met in haar hand –toegegeven, ik keek raar op- een volledig opgezet iglotentje.
Ze poot het mini-tentje neer in het midden van het perceel en schuift het een
aantal keer heen en weer: wat naar links, wat naar rechts, wat naar voor, wat
naar achter. Als het naar haar zin staat, trippelt ze opnieuw weg.
Nog wat later komt het kleine
mevrouwtje aangereden in een gi-gan-tische terreinwagen met... een opgeblazen
luchtmatras die door het open autoraampje steekt. Gelukkig sta ik intussen aan ons
kampeerkeukentje in onze tent, want ik kan een glimlach niet onderdrukken.
Als ik opnieuw opkijk, proest
ik het bijna uit, want ik zie het kleine mevrouwtje de tentharingen in de grond
kloppen met een plastieken hamertje en... heuse werkhandschoenen aan! Ze is nog
druk in de weer met hamer en haring als ik naar de spoelbakken loop om de
groenten te wassen en ook als ik terug kom, tikt ze nog vol overgave.
Intussen staat ook de kofferbak
van de terreinwagen open en tot mijn niet geringe verbazing is die koffer
volledig gevuld met twee enorme valiezen! Met geen mogelijkheid krijgt het
mevrouwtje die valiezen in het minitentje, zelfs al zou ze zelf buiten slapen. Is
het gemeen als ik zeg dat ze in geval van overstroming alleen maar een van die
valiezen moet openklappen en weg kan varen? Ik denk zelfs dat ze meer plaats
heeft om te slapen in haar reiskoffer dan in haar tent. En dat zonder tentharingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten