zaterdag 8 augustus 2015

Het leven zoals het is... op de camping (II)



Na een toiletbezoek sta ik aan de wastafel in de sanitaire blok van de camping mijn handen te wassen als ik een glimp van mezelf opvang in de spiegel. Ik stop, kijk naar mezelf en zeg zachtjes "ohlalaaaa..." terwijl ik het bandje van mijn topje opzij schuif. "Was ist los?", vraagt de dame naast me. "Sonnebrand", zeg ik, terwijl ik me omdraai en de schade opneem aan mijn achterkant. Zonnebrand, op onze laatste vakantiedag, wel ja... De dagen voordien droeg ik meestal een trui, vandaag droeg ik een topje tijdens een korte wandeling door het bos en de rest van de dag heb ik wat zitten lezen in de schaduw. En toch...

Ik doe een stapje achteruit en monster hoopvol mijn benen. De vrouw naast me bekijkt me vragend en ik zeg in mijn beste Duits dat ik het jammer vind dat mijn benen niet mee bruinen. "Je benen zíjn bruin", zegt ze. Ik antwoord naar waarheid dat de zon meestal om mijn benen heen schijnt waardoor ze altijd wit blijven. De vrouw zet ook een stapje achteruit, rolt een stukje van haar lange broek op en zet zwijgend haar voet naast de mijne. Ik kijk naar de Witste Benen Ooit. En het zijn níet de mijne. Meer nog, naast de Duitse dame lijkt het alsof ik drie weken in Spanje op het strand heb liggen braden! "Zie je wel", zegt ze, "jouw benen zijn bruin, de míjne zijn wit." En toen was het stil...

vrijdag 7 augustus 2015

Het leven zoals het is... op de camping.



Ik zit op mijn gemakje naast de tent in de schaduw wat te lezen als er een klein (Chinees? Koreaans?) mevrouwtje met een grote hoed en dito fototoestel (ja, alle clichés op een hoopje) naar mij komt getrippeld. Of dit plaats 62 is? Ik wijs naar het bordje op het paaltje, zeg dat wij onze tent op nummer 61 hebben opgesteld en dat het perceel waar zij op staat inderdaad nummer 62 is. Na een "Thank you" trippelt ze weer weg.

Even later komt ze opnieuw aangetrippeld, met in haar hand –toegegeven, ik keek raar op- een volledig opgezet iglotentje. Ze poot het mini-tentje neer in het midden van het perceel en schuift het een aantal keer heen en weer: wat naar links, wat naar rechts, wat naar voor, wat naar achter. Als het naar haar zin staat, trippelt ze opnieuw weg.

Nog wat later komt het kleine mevrouwtje aangereden in een gi-gan-tische terreinwagen met... een opgeblazen luchtmatras die door het open autoraampje steekt. Gelukkig sta ik intussen aan ons kampeerkeukentje in onze tent, want ik kan een glimlach niet onderdrukken.

Als ik opnieuw opkijk, proest ik het bijna uit, want ik zie het kleine mevrouwtje de tentharingen in de grond kloppen met een plastieken hamertje en... heuse werkhandschoenen aan! Ze is nog druk in de weer met hamer en haring als ik naar de spoelbakken loop om de groenten te wassen en ook als ik terug kom, tikt ze nog vol overgave.

Intussen staat ook de kofferbak van de terreinwagen open en tot mijn niet geringe verbazing is die koffer volledig gevuld met twee enorme valiezen! Met geen mogelijkheid krijgt het mevrouwtje die valiezen in het minitentje, zelfs al zou ze zelf buiten slapen. Is het gemeen als ik zeg dat ze in geval van overstroming alleen maar een van die valiezen moet openklappen en weg kan varen? Ik denk zelfs dat ze meer plaats heeft om te slapen in haar reiskoffer dan in haar tent. En dat zonder tentharingen.